In oktober ben ik met ‘collega’ Vincent op reis geweest naar Chartres en Vézelay. We werden over oude en nieuwe Inwijdingswegen geleid. Daar ontvingen we zo veel inzichten die de huidige processen van velen raken dat we besloten om dit in artikelvorm te delen. Deel I vind je hier. Vandaag het vervolg: deel II.
Hierin belanden wij in heilige en ontheiligde situaties. Hoe komt het dat velen van ons het nog steeds nodig hebben dat anderen onze eigen heiligheid bevestigen? We zijn toch immers zelf aangesloten op hogere dimensies? Waar is dit dan ooit scheefgegroeid, waardoor onze eigen innerlijke man onze innerlijke vrouw daarin nog steeds niet serieus neemt?
De Zwarte Madonna in de crypte van Chartres
Onder de prachtige Kathedraal in Chartres bevindt zich een heel oude crypte, die op een nog ouder heiligdom van Druïden is gebouwd. Deze plek ademt nog volop de energie van transformatie en devotie, mits je achter de uiterlijkheden kunt voelen. Wij hadden er een rondleiding gehad maar voelden dat het daarmee nog niet rond was. We konden terug, en belandden daarmee ook in een Mis.
Tussen een handjevol kerkgangers stellen we ons wat bescheiden op; we gaan achterin zitten. Daar voelen we toch beiden dat we dichter bij het wereldberoemde, alom vereerde beeld van de Zwarte Madonna willen zitten. Maar niet vanwege het beeld.
Dit beeld is een kopie van het oorspronkelijke beeld dat de Druïden vereerden. De Heilige Moeder met haar Zoon op haar schoot stond voor hen symbool voor wat er in de nabije toekomst zou gaan gebeuren.
De Druïden kwamen eens per jaar uit heel Europa op de heuvel in Chartres bij elkaar. Destijds heetten ze de Carnutes. Zij deelden het weten van Hogepriesters dat er een vrouw zou incarneren van zeer hoge komaf. Deze bijzondere vrouw zou een zoon baren die het oorspronkelijke Christus Bewustzijn op aarde zou terugbrengen. Met zijn komst zouden ook de Christus coderingen in het menselijke DNA weer geactiveerd worden.
Hun oude Madonnabeeld is in vlammen opgegaan tijdens een Revolutie, maar in de crypte staat een kopie van dit beeld. Vlak achter haar bevindt zich de oude Druïde bron. Daar zit ook het portaal dat hier de Goddelijke krachten tussen hemel en aarde verbindt. En daar wilden we graag dichterbij zitten.
Vrouwenpijn en vervormingen
Uit de duistere gang verschijnen drie mannen in witte gewaden en één in rood met gouddraad bestikt. Ze gaan bij het altaar, onder het Madonnabeeld staan. Er komt een enorme onrust in me omhoog. Ik wil hier weg, ik heb geen zin in deze poppenkast.
De kerkgangers vliegen omhoog bij sommige gebeden. Ik voel irritatie en boosheid komen als ze, als een soort robot, de gebeden nazeggen.
Zouden ze wel beseffen wat ze zeggen? Beseffen ze wel waar ze steeds zo nederig voor buigen? En zouden de priesters onder Maria wel weet hebben van hoe hypocriet dit lijkt, nadat het kerkelijke mannelijke de Godin eeuwenlang verkracht, verdreven en verbannen heeft?
Ik kijk Vincent aan, maar die geeft nog geen signalen af dat hij weg wil. Dan begint de man in het rode gewaad te zingen. Een zachtheid en liefde komt de crypte in en raakt me. Ik voel een diepere laag van geheiligd en ontheiligd zijn in mijzelf. Die brengt me naar een collectief veld van oude pijn.
Van zo veel mensen ken ik de oude teleurstellingen, frustraties, onmacht, verlangens en eindeloze pogingen om ‘God en de ware Liefde’ te vinden. Wie heeft er niet alles voor gedaan, en alles voor gegeven, al was het maar voor een kruimel liefde? Velen van ons zijn nog steeds zoekende, of zijn zelfs vergeten wat ze eigenlijk zijn kwijtgeraakt.
De hemel op aarde brengen
Het oprechte zoeken naar het Goddelijke klinkt door in de stem van deze voorganger. Net als ik is hij een mens die zich ooit geroepen voelde vanuit een diep verlangen naar verbinding en vervulling. Zijn zoektocht naar het Goddelijke bracht hem hier, en is net zo zuiver vanuit het hart als van ieder andere aanwezige hier in de crypte.
Ineens word ik overspoeld door golven van bijna bovenmenselijke liefde. Vandaag ligt hier een kans om het Goddelijke in de praktijk te brengen. Innerlijk vraag ik om vergeving voor al mijn oordelen. Het voelt ineens zo kloppend allemaal, alle afscheiding en dwalingen, om onszelf en elkaar uiteindelijk weer terug te vinden in het Huis van de Vader èn de Moeder.
May All Be Blessed
Warmte vervult mijn hart. Ik voel me gedragen in dit ene moment. Alle vervormingen van onze menselijke pogingen om de hemel op aarde te bezitten in plaats van te brengen en te delen, lijken elkaar nu te omarmen in mij.
Terwijl de paters de Beker opheffen met ‘het bloed van Christus’, “neemt en drinkt hiervan, want dit is mijn lichaam”, komen er woorden in mij omhoog:
May all be forgiven – May all be healed – May all be Blessed
We are One
Ik doe mijn ogen dicht, wil heel dichtbij dit rijke gevoel zijn van eenheid die al het menselijke overstijgt.
Dan komt ineens de pater de crypte ingelopen met ‘het lichaam van Christus’. Hij komt recht op mij af, kijkt me aan terwijl ik mijn handen open en legt er dan de hostie in, terwijl hij zegt: “Le corps du Christ“.
Ja, voel ik van binnen, dàt wil ik: mijn innerlijke, Goddelijke opstandingslichaam erkennen en voeden. Een traan rolt over mijn wang terwijl ik de Vierge Noire met haar Zoon op schoot tegenover mij bedank.
In het Atelier van een geïncarneerde Monnik
Toen we aan het eind van deze eerste middag ergens wat gingen drinken, werd mijn blik gevangen door een advertentie naast een winkel. Daarop stond een Atelier van een artiest genaamd Paul Challan Belval. Hij tekent, schildert en maakt glas-in-loodramen met een heilige boodschap. Het zag er allemaal zo puur en liefdevol uit wat hij gemaakt heeft! De volgende middag zouden we hem een bezoek brengen in zijn atelier, dat via wat wegwijzers op een oude binnenplaats te vinden was.
We moesten veel trappen opklimmen, tot we op de derde verdieping aan kwamen van een oud gebouw naast de Kathedraal. Na een druk op de bel deed een man, die de vriend/collega van Paul bleek te zijn, open en liet ons binnen. Daar stonden we dan, in een soort van privé heiligdom waar prachtige dingen geboren werden…
Paul was bij de rivier, zei zijn collega, om te tekenen in het prachtige zonlicht. En hij was hier aan het werk, stukken glas aan het snijden. We mochten even meekijken en zo maar rondsnuffelen, ook in een andere kamer waar de eerste schetsen gemaakt werden. Hij zei: “Paul is een heel religieuze man”. Ja, dat konden we wel zien. Bijzonder verfijnde tekeningen van Moeder Maria en andere Heiligen stonden op zijn werktafels en schildersezel.
Later googelden we op Paul en vonden hem op Facebook. We zagen een man die beslist op een geïncarneerde monnik leek die nu vast niet zijn eerste leven in Chartres leeft. Zou hij er weet van hebben hoe hij is aangesloten op hogere dimensies…?
Zou hij beseffen hoe hij als man zo verbonden is met zijn vrouwelijke kant? Mede daardoor hebben zijn werken een helende werking voor ieder die zich kan openen en zich kan laten raken door de hogere harmonische resonantie die erin verborgen zit.
Een rots van een man
Maria Magdalena’s stem bleef maar bij ons. “Negeer Petrus niet” was niet tegen dovemansoren gezegd. Als een antwoord op haar boodschap die ik ‘s nachts had ontvangen, besloten we toch maar een bezoek te brengen aan de ‘St. Pierre’. Op naar de St. Petruskerk onderaan de heuvel in Chartres.
Op de zonnige woensdagmiddag liepen we, met een plattegrond in de hand, de heuvel af. Petrus, de prins van de Apostelen. Wat zou hij ons te vertellen hebben?
Zijn naam betekent ‘de rots’. Hij was een rots waarop Rome de kerken en het latere Christendom zou bouwen. Volgens de bijbel heeft Yeshua hem twee sleutels gegeven van the Kingdom of Heaven. Daarmee bedoelde hij natuurlijk niet een koninkrijk van macht en aanzien, maar de hoogste staat van bewustzijn. Petrus draagt als archetype voor ons belangrijke aanwijzingen: zijn verhaal brengt ons zowel bij de gewonde vrouw als bij de gewonde man.
Dankjewel Petrus
Petrus pakte de gouden sleutel aan met zijn rechterhand, dus met zijn mannelijke kant. Het is vanuit deze kant dat hij het Kingdom of Heaven op aarde heeft gebouwd. Overal waar Petrus gepredikt had (vaak samen met Paulus) verschenen er kerken die steeds strenger in de leer werden. Via Rome kwamen er steeds meer vervormingen in de oorspronkelijke boodschappen van Yeshua, en werd het vrouwelijke steeds verder onderdrukt.
Als je vanuit het hogere perspectief kijkt, wordt het duidelijk dat Petrus flink heeft bijgedragen aan het verstoten en uitbannen van het vrouwelijke aspect in de mens. Binnen de vermannelijking en de verharding die het kerkelijke geloof teweegbracht, was geen plek voor onze gevoelskant. Hij heeft de mensheid de laatste twee eeuwen dus eigenlijk enorm veel oefen- en groeimateriaal gegeven, om daardoor uiteindelijk (2000 jaar later) tot meer bewustzijn te kunnen komen.
Yeshua en Maria Magdalena toonden ons dat de toegang tot het Goddelijke binnen in onszelf zit. De Roomse kerk heeft het Goddelijke buiten en boven de mens geplaatst. Na een lange periode van onderdrukking, macht en verwarring komen we nu massaal terug bij het besef dat het Goddelijke in onszelf zit. Wat een verrijking en versnelling geeft dit aan de groei van ons bewustzijn!
Petrus heeft dus eigenlijk een heel ondankbare rol op zich genomen en is vanuit onwetendheid lang veroordeeld, net als Judas. Hij heeft er mede voor gezorgd dat we onszelf in nog lagere bewustzijnsvelden en in een grotere splitsing van het mannelijke en vrouwelijke zouden kwijtraken. Binnen deze velden zijn we als kool gegroeid. Inmiddels, twee eeuwen later, vinden we de poort naar ons Goddelijke Zelf krachtig en glorieus terug!
Gouden sleutel
Tijdens al deze overpeinzingen viel er weer een kwartje bij ons: al bij het betreden van het hotel in Chartres had Vincent de eerste twee sleutels van dit Petrus-verhaal in handen gekregen! En net als de afbeelding die je hierboven kunt vinden, betrof dit een zilverkleurige en goudkleurige sleutel.
Toen we later, eenmaal weer in Nederland, ons innerlijk hier verder voor konden openen, beseften we pas hoe groots dit cadeau was en hoe het ons veel meer inzichten zou gaan geven over de collectieve verschuiving van dit moment. De laatste tien jaar is heel veel aandacht gegaan naar het helen van de gewonde vrouw, en het herstellen van haar heiligheid. Nu nam Petrus ons mee naar de gewonde man, en daarmee kregen we goud in handen voor een volgend aandachtsveld van heling.
Wat dit voor jou kan betekenen, kun je lezen in deel III.