We zoeken steeds meer naar ware, hogere liefde binnen onze relaties. Wat begint er in ons te ontwaken, dat we de heiligheid, intimiteit en seksualiteit weer willen verenigen in onszelf? Welke vereniging verlangen we dan eigenlijk precies naar? En hoe dienstbaar is dit aan ons proces van Zelfrealisatie?
Dit is deel 3 van de serie: “Relaties”, Zie ook : deel I en II (link)
Seksualiteit gaat in de kern niet over seks. Het gaat over een splitsing van de seksen, die ooit heeft plaats gevonden, en over de magnetische kracht achter de hereniging van die beide polen in onszelf, het mannelijke en vrouwelijke, met de Goddelijke Bron. Deze splitsing heeft verregaande gevolgen gehad, en door de lange zoektocht om weer tot heelheid te komen hebben we allemaal te maken gekregen met allerlei excessen van intimiteit en seksualiteit.
Nu we zo veel bewuster, opener en gevoeliger worden begint ons lichaam zich dat weer te herinneren. Ons lichaam is immers het hoogsensitieve voertuig van onze ziel, dat naar liefdevolle, belangeloze en bewuste aanraking snakt, zodat we steeds meer van onze Goddelijkheid kunnen laten indalen en de oude pijn kunnen gaan verwerken.
Om de weg te kunnen bevatten die ons steeds verder van de Bron en van Liefde vandaan heeft doen bewegen, en hoe dit heeft doorgewerkt in al onze relaties ooit, is het zinvol om vanuit een hoger perspectief naar onze incarnatiegeschiedenis en ons persoonlijke verhaal te kijken.
Vergeef me dat het soms wat simplistisch weergegeven lijkt, en dat dit artikel verre van compleet is (daar zou een boek voor nodig zijn. Zie ook: Relaties deel I en II (link).
We mogen gaan beseffen hoe groots en intens de reis is die we gemaakt hebben, hoe hard we gewerkt hebben en hoe terecht de vermoeidheid is die velen van ons ervaren. Als we onze eigen zoektocht door de dualiteit heen gaan zien, is het zo begrijpelijk dat we een intens gemis en een diep verlangen met ons mee dragen naar een onvoorwaardelijk geliefd zijn. En dat de afscheidingspijn niet zomaar met een toverstokje weg te wapperen is onder het mom van “hoezo, alles is toch Eén?”
Het Gouden Tijdperk in Lemurië
Ooit waren we één. Ooit hebben wij de scheppende impuls gevolgd en zijn de incarnatiecyclus ingegaan, om het Goddelijke Licht en de Goddelijke Liefde zichtbaar en ervaarbaar te maken op aarde, schepselen te creëren naar de gelijkenis van de Goddelijke Vader en Moeder, en om de dualiteit in de dieptes van ons Zijn te kunnen ontwikkelen en ervaren.
We hebben eigen vormen gekregen om Licht te kunnen dragen, later om als mens vanuit de geest op aarde te kunnen zijn als een androgyn ‘Ik Ben’-wezen. Dit scheppingsproces (van mineraal naar plant naar dier naar mens) heeft zich voltrokken in het Moederland Mu; Lemurië was daar een overgebleven continent van. We waren nog volledig verbonden met de Bron, in volkomen harmonie en hogere dienstbaarheid aan de Goddelijke wil, die door ons heen werkte.
Je zou kunnen zeggen dat de Hemelpoort nog open stond, waardoor we niet anders konden dan Liefde en Licht te zijn.
We konden moeiteloos samenvloeien met een ander Lichtveld. Een nieuw Lichtwezen werd geschapen vanuit een hogere intentie; vanuit een deling en explosie van Licht en Goddelijke scheppingskracht ontstond een nieuw wezen op aarde.
Van Goddelijke wezens naar afgescheiden ‘ikken’
Gaandeweg de Lemurische periode (die minstens honderdduizenden jaren duurde!) ontwikkelde het groepsbewustzijn zich richting het individuele bewustzijn. Waar we eerst nog transparant waren – onze verschijningsvorm was congruent aan onze innerlijke Essentie – en een hoogfrequente energie droegen, evolueerden we richting de verdichte sferen van de stoffelijkheid. Dit werd nog verder doorgevoerd door dualiteit. Door dat wat één was te scheiden, ontstonden eindeloze mogelijkheden om ons verder te kunnen ontwikkelen, juist door de dynamische werking van die afgescheidenheid en verscheidenheid.
We tuimelden vanuit een collectief/gezamenlijk geheugen naar een individueel geheugen. Dit gaf een enorme toename van hersenactiviteit, maar ook van afhankelijkheid. Omdat we nu niet meer konden putten uit ‘wat we allemaal al wisten’, moest veel opnieuw ontdekt worden door de aardse ervaring.
Als je iets wilde doen wat gevaarlijk was, kreeg je daar nu vooraf geen vanzelfsprekende informatie over, tenzij je van buitenaf gewaarschuwd werd. Een keer een vinger branden gaf nieuwe informatie die we zelf moesten gaan onthouden.
Waar we eerst naar de Bron luisterden, gingen we nu naar onze hersenen en naar anderen luisteren. Waar we eerder nog volledig toegang hadden tot de Bron, ging nu de ‘Poort van het Gouden Tijdperk’ in onszelf dicht.
Het mannelijke en vrouwelijke gescheiden
Net voor de Atlantische periode werd onze fysieke vorm gesplitst, door het mannelijke van het vrouwelijke te scheiden. Er ontstonden talloze experimenten waarbij het intuïtieve letterlijk van het ratio gescheiden werd. Nadat we heel lang geslachtsloos (androgyn) zijn geweest, hadden we nu geslachtsorganen met een hormonale werking, die enerzijds de afscheiding vergrootte, anderzijds onze fysieke verlangens aanwakkerden om ons nog dieper het fysieke lichaam te trekken.
Er ontstond een wederzijds aantrekken en afstoten. Het zoeken naar Goddelijke eenheid begon zich via het fysieke te voltrekken (momenteel zoeken we vooral naar onze tweelingzielen, met wie we vele levens en diepe ervaringen in deze ontwikkelingen hebben gedeeld; vandaar dat nu velen soortgelijke keuzes maken op de weg terug naar de Bron).
De mannelijke impuls bewoog zich na de splitsing van de eenheid af, om ervaringen op te kunnen doen en te creëren in deze nieuwe, meer verdichte vormen.
Het vrouwelijke kwam in een tweespalt, want enerzijds wilde ze de (verminderde) verbinding met de Bron in stand houden; anderzijds lokte het mannelijke.
Beiden werden gaandeweg steeds meer gedreven door het onbewuste verlangen naar zowel de eenheid die ze gekend hadden, als naar nieuwe ervaringen in het individuele bewustzijn.
Een Adam en een Eva; de pot verwijt de ketel
Ik spring even over naar het hier en nu, vanwege wat inzichten.
Het feit dat het mannelijke in ons (dus niet alleen maar de man) op onderzoek uit is gegaan, en een plaatsvervangend Koninkrijk in de dualiteit is gaan zoeken en creëren, heeft een basis gelegd van wantrouwen, schuld, schaamte en oordeel, die we allemaal, als man en vrouw, met ons mee dragen.
Heel diep in onze mannelijke helft zit het idee dat ‘hij’ zich alsmaar door dient te ontwikkelen, waardoor hij zijn bestaansrecht, zijn eigenwaarde en de Goddelijke goedkeuring in de stof en het beperkte, duale aardse leven blijft zoeken.
In onze innerlijke vrouw zit de angst, dat de man (dit gaat dus over onze innerlijke man!) steeds weer bij de Bron en bij haar vandaan zal bewegen, ofwel haar en ‘God’ ontrouw zal zijn. Zij is aan haar eigen intuïtieve vermogens gaan twijfelen en draagt het schuldgevoel dat ze het vrouwelijke Goddelijke in de steek heeft gelaten, door met het mannelijke mee te bewegen, de verdichting in.
Om weer helemaal terug te kunnen komen bij haar eigen diepe voelen, is er een veilig veld nodig, waarin ze zich beschermd en ondersteund weet door het mannelijke. Als een vrouw nog niet haar eigen innerlijke man in haar rug kan ervaren, zal ze zich gemakkelijker blijven uitleveren en zich afhankelijk blijven maken van een partner.
Ook zoeken we onbewust naar het herstel van vertrouwen in onze tegenpool. Kunnen we bij hem of haar eenzelfde compromisloze toewijding voelen aan de innerlijke weg? Toont en deelt hij of zij wel de waarheid met mij, over zichzelf? Blijft hij of zij wel, als ik me in al mijn delen laat zien, of word ik dan weer afgewezen?
Talloze projecties dienen zich hierdoor aan in relaties, en die komen juist tijdens momenten van samenzijn en intimiteit tevoorschijn. In de liefhebbende partner blijkt ook een gekwetst mens te leven, en daarmee is voor velen het romantische plaatje snel verstoord.
Het vrouwelijke voelt zich niet begrepen noch gekend in haar diepe gevoelslagen en wijsheid, in haar verbinding met Liefde.
Het mannelijke voelt zich beschuldigd van de zoveelste dader-rol die hij door de afgelopen eeuwen heen op zich genomen heeft, en niet gezien noch gewaardeerd in zijn aardse scheppingen, kennis en oprechte pogingen om een krachtig veld neer te zetten.
Dit is allemaal zo begrijpelijk vanuit het grotere geheel!
Maar: Adam kan pas weer naar Huis komen en zijn gevoelslagen openen (voorbij het oude oordeel gaan dat voelen ‘zwak’ is waardoor hij zich een verliezer voelt) als hij in Liefde en zonder oordeel ontvangen wordt. Als Eva weer terug is in haar Bronverbinding, en zelf verantwoordelijkheid heeft genomen voor wat zij voelt vanuit haar eigen pijn, leegte en verlangens, dan pas kan hij zijn pijn van het eeuwenoude moeten overleven, vechten en verharden toe gaan laten.
Eerder dan dat is het voor beiden niet veilig en zullen oude patronen en projecties het over blijven nemen, daar waar eigenlijk onvoorwaardelijke Liefde en een nieuw bewustzijn nodig zijn.
Het Goddelijke vertroebelt; de duisternis valt
Door laat Lemurische/ vroeg Atlantische experimenten zijn er scheuren in de atmosfeer van de aarde ontstaan. Hierdoor konden buitenaardse rassen (waaronder de reptielenwezens), waarvan velen geen gevoel kenden, zich op aarde vestigen en hebben ze, door inmengingen met het menselijke ras, gepoogd om de hogere machten en scheppingskrachten te evenaren c.q. over te nemen. Veel mensen houden Lucifer voor de schuldige in dit grote plan, maar het is essentieel om te beseffen dat hij één van de allerhoogste Elohim-engelen van de schepping was, en deze rol op zich genomen heeft om voor de mensheid een nog grotere evolutie mogelijk te maken vanuit de vrije wil.
Hierdoor kwam de mens nog verder van liefde af te staan, werden we manipuleerbaar en ontstonden er culturen die er voor zorgden dat we naar nog veel lagere niveaus van bewustzijn zakten.
Het collectieve belang werd gaandeweg overgenomen door persoonlijke macht en wetenschappelijke belangen. De situatie verslechterde dusdanig dat schepping plaats maakte voor vernietiging.
Atlantis heeft niet voor niets drie grote rampenperiodes gekend (waarvan de laatste de zondvloed, beschreven in de Bijbel).
Door dit hele spel van dualiteit en het daarmee gecreëerde karma, zijn we onszelf steeds meer gaan identificeren met onze persoonlijkheden en de materie. In plaats van de eenheid in onszelf nog te kunnen ervaren, zijn we de eenheid buiten onszelf gaan zoeken. Hoe verder we van de Bron afgedwaald raakten, hoe minder we ons nog van de Goddelijke Liefde en het Licht konden herinneren en ervaren, en hoe beperkter onze menselijke bewustzijn en vermogens zijn geworden om dit te kunnen belichamen.
Het gaat te ver om alles te beschrijven wat invloed gehad heeft op ons fysieke zijn. Maar de excessen die in de Egyptische tijd in de Tempels plaats hebben gevonden staan bij velen nog in de onderste chakra’s gekerfd. Daar was men er van overtuigd dat seksualiteit, en het werken met de kundalini-kracht, de manier was om weer terug bij onze Goddelijkheid te komen, omdat daar immers ooit de verbinding gescheiden was. Jarenlange scholing, beoefening en vele Inwijdingen volgden, om weer Meester te worden over de scheppingskrachten.
Het kosmische orgasme zou zorgen voor een totale vernieuwing van onze cellen, door het samengaan met de allerhoogste frequenties vanuit de Goddelijke dimensies. Het najagen van ‘paranormale’ krachten en vermogens, en de macht die men daaraan ontleende, heeft de mens nog verder van zijn/haar eigen ware Goddelijkheid vandaan gedreven.
Zo zijn velen de Tempels ingegaan vanuit een diep verlangen en het volste vertrouwen om daar, onder leiding van de Hogepriesters en – Priesteressen, de Goddelijkheid te (her)ontmoeten en in zichzelf te kunnen verankeren, maar wat we vonden waren vooral grote lessen in macht en onmacht, verraad en ontheiliging.
Daarna hebben we alles gedaan om juist in het fysieke maar weer de liefde en de eenheid te kunnen ervaren, door ons uit te leveren aan andere machten of aan het andere geslacht, of door onze tegenpool te willen overheersen en bezitten.
Je zou kunnen zeggen dat, zonder dat enige schuld of oordeel daarover passend is, ‘het beest’ in ons het volledig over had genomen, nadat we van ons hart en onze planeet een moordkuil hadden gemaakt.
De intimiteit en seksualiteit lijken de schuld te dragen aan het verlies van onze Goddelijkheid. En alsof het nog niet genoeg was: Doordat later het Vaticaan ook nog eens eeuwenlang verkondigd heeft dat de vleselijke liefde zondig is, en een verraad aan alles wat heilig is, hebben we ons nog meer teruggetrokken uit onze onderste chakra’s.
Geen wonder dat velen van ons moeite hebben met intimiteit en seksualiteit. Hoe veel pijn, traumatische ervaringen en verwarringen dragen we mee in ons lichaam!
Hoe begrijpelijk is het, dat het voor sommigen zelfs onmogelijk is om zich fysiek weer te openen voor ware liefde, om vanuit die aanraakbaarheid een ander mens toe te laten, als ergens nog de overtuiging zit dat het lichaam de oorzaak is van het kwijtraken van onze eigen Goddelijkheid …
Zorg vanuit de Lichtwereld
Gelukkig heeft de Lichtwereld ingegrepen. Vele Opgestegen Meesters, en Wijze Ouden uit de binnenaarde, die gezamenlijk zorg dragen voor het Universele Goddelijke Plan en de uitvoering daarvan, hebben dit alles vanuit de hogere dimensies nauwlettend gevolgd. Er moest vanuit hogerhand iets gedaan worden om te voorkomen dat de aarde en haar bewoners volledig ten onder zouden gaan. Men heeft Profeten naar de aarde gezonden en er werd een raster van het Christusbewustzijn om de aarde heen gelegd, waarmee wij weer verbinding konden maken vanuit onze DNA blauwdruk.
Dit gebeurde zo’n 16.000 jaar voor de komst van Yeshua op aarde; om maar even een idee te geven van hoe lang we hebben lopen tobben en hoe dicht we meermaals bij een complete ondergang zijn geweest. En om maar even stil te staan bij de onbevattelijke grootsheid en impact van het menselijk leven van Yeshua en Maria Magdalena op aarde!
Zijn ‘Sta op en herinner je jeZelf’ heeft de Goddelijke poort naar Liefde weer geopend. Zijn grootse missie op aarde, samen met die van de vele Ingewijden om hem heen, hebben de voetsporen voor ons achtergelaten om ons te herinneren aan onze Goddelijke afkomst. Zij hebben het mogelijk gemaakt om ons te gaan onthechten uit de beperkingen van de driedimensionaliteit, om hogere Liefde en Licht toe te laten en ons daarmee heel bewust van hoofd naar hart naar buik te kunnen ontwikkelen.
Om onszelf en elkaar te bevrijden van karma, en ons ego liefdevol op te nemen in onze hogere delen.
Terug naar de Eenheid; Liefde toelaten in ons lichaam
Velen bewandelen al de weg van het hoofd naar het hart.
De weg van ons hart naar onze onderbuik is een lastige … die roept om onvoorwaardelijke Liefde en een diep ontvangen worden met alles wat wie we zijn en wat we voelen.
Naast alles wat we al meegemaakt hebben, dragen veel mensen het gevoel van ‘niet mooi genoeg’ te zijn. Nog steeds worden we dagelijks beïnvloed en geplaagd door zogenaamde schoonheidsidealen, die gebaseerd zijn op fysieke ‘perfectie’.
Het lichaam, dat zijn aardse vervolmaking heeft bereikt in de Griekse tijd – terug te zien aan de beelden uit die tijd van de Goden en Godinnen, en de Olympische Spelen die daar ontstaan zijn – is een soort lokvogel geworden om liefde naar ons toe te kunnen trekken.
Ons is lang wijs gemaakt – en nog steeds, door de media- dat het uiterlijk bepalend is voor hoe groot de kans op liefde en slagen in de maatschappij is. Vrouwelijkheid werd geassocieerd met borsten, billen en verleidelijke sensualiteit, terwijl mannen zo ongeveer niets-vrezende spierbundels moesten zijn met een krachtige uitstraling van onoverwinnelijkheid en victorie.
Als je dit alles echt tot je door laat dringen, dan springt je hart toch open voor jezelf en je medemensen. Lieve hemel, wat hebben we allemaal ervaren en wat dragen we mee in onze cellen, vanuit alle aardse dualiteit en illusies …
Geen wonder dat we onder de lakens verward raken over wat we voelen, als we ons gaan openen in aanwezigheid van een geliefde!
Geen wonder dat we ons onbewust blijven afsluiten, of onder hoogspanning staan als onze pijnlijke herinneringen in de onderste chakra’s worden aangeraakt.
Geen wonder dat we bang zijn geworden om ons volledig over te geven en elke controle los te laten tijdens intimiteit, en hoge eisen zijn gaan stellen aan een partner.
Wat een geluk, dat ons hogere Zelf nu onophoudelijk aan de deur van ons eigen hart klopt, om alle afgesplitste delen van onszelf in de veiligheid van de intimiteit alsnog toe te kunnen laten, om oude levens en karma af te kunnen ronden, en om de tranen als parels van ware Liefde over ons eigen lichaam te laten stromen.
Lief hebben in de Tempel van ons bewuste, heilige Zijn
Ieder mens zal vroeger of later het contact met zijn of haar ware Goddelijkheid willen herstellen. We verlangen er allemaal naar om vanuit onze ziel onze dienstbare taak voor het grotere geheel op te pakken. Dit proces wordt kosmisch ondersteund en dient zich vanzelf, op het goede moment en in de goede vorm aan.
Het is zinloos om hier vanuit je persoonlijkheid druk op te gaan zetten, want dit zal niet anders dan ‘binnendoor’ en vanuit hogere wil gebeuren. De vorm (ons lichaam, ons handelen, ons aardse leven) volgt de scheppende Geest!
Zo ligt ook in het proces van liefhebben de ommekeer diep in onszelf. We trekken, bewust of onbewust, precies die partners of relaties aan die ons haarfijn spiegelen en uitnodigen om ons nog meer te openen voor al onze delen die weer willen versmelten met onze Essentie. Veel tweelingzielen (-vlammen en -stralen) ondersteunen elkaar in dit kwetsbare proces, en velen ervaren daarbij een ontroerende diepe en intense liefde.
Hier zullen heilige intimiteit en seksualiteit hun genadevolle werking laten gelden. Heilig in de zin van helend, omdat het verbonden is met onze Goddelijke matrix. Binnen dit heilige veld kan alles wat zich ooit van het Goddelijke in onszelf heeft verwijderd, opnieuw worden opgenomen.
Hoe dieper de overgave en het vertrouwen in elkaar, hoe meer alle verbindingen zich zullen openen en ontvouwen, des te meer er vanuit hogere dimensies ontvangen zal worden.
Waar twee of meer in Mijn Naam verenigd zijn, ben Ik in hun midden. Dit is een groots proces, dat alles overstijgt wat aards is.
Als zich dan persoonlijke delen laten zien, bijvoorbeeld in de vorm van een pijn die opwelt, of een boosheid richting een partner, of een afsluiten van delen van ons fysieke lichaam; heet ze welkom alsof ze je dierbaarste gasten ooit zijn. Alles wat zich wil tonen, alles wat vanuit die kwetsbaarheid en waarachtigheid geuit en gezegd wil worden, mag warm ontvangen worden en heeft alle recht van spreken!
Dit verhaal is het verhaal van een Goddelijk mens, die een lange reis achter de rug heeft, die moe is en er naar verlangt om eindelijk thuis te komen in de eigen Essentie, veilig en gedragen in een onvoorwaardelijk liefdevolle bedding.
Wees een opgestane Engel voor jezelf en voor elkaar; bemoedig de ander om de waarheid van dat moment met jou te delen, zodat hij of zij zich verder kan openen voor Liefde en voor wat er geheeld wil worden vanuit het verleden.
Weet dat de Lichtwereld getuige is geweest van elke voetstap op jouw reis, en elke zuivere intentie op deze heilige weg zal ondersteunen en begeleiden. Als jouw hart zich inclusief alles zal openen, dan zal er een bedding zijn om de Hemel op Aarde te ontvangen, en zullen de Goddelijke Vader en Moeder je aanraken via de handen van je geliefde.
Dan zul je je weer herinneren hoe jouw bewuste overgave aan wat zich aandient tijdens een intieme ontmoeting met een ander mens, ook een bewuste overgave aan de Bron betekent.
Elke versmelting daarmee zal jouw hogere Liefde en Licht voor eeuwig in jou verankeren.
Mieke Vulink
Mieke Vulink heeft onlangs ‘The Book of Love‘ geschreven; een Heilige Graalreis in woord en beeld, in oude voetsporen van Yeshua, Maria Magdalena, de Essenen en Katharen.