In het proces van bewustwording en ontwaken krijgen we te maken met ‘laatste loodjes’ in duale velden. Maar vaak blijken die zo intens te zijn, dat ze regelmatig gevoelens en gedachten van ontmoediging kunnen oproepen. Hoe kan dit, en waarom gebeurt dit? Om dit toe te kunnen lichten moeten we de geschiedenis van onze ontwikkeling induiken.
Wij zijn al miljoenen jaren lang op aarde, om naar een volledig ontwaakt bewustzijn te kunnen toegroeien. Daarbij zijn we tegenpolen van licht en liefde tegen gekomen. Duisternis en voorwaardelijke liefde stonden soms recht tegenover Goddelijk Licht en onvoorwaardelijke liefde.
Deze reis heeft allerlei onware zelfbeelden, misvattingen en totaal verdraaide beelden over de Goddelijke werkelijkheid in onszelf achtergelaten. Enerzijds beginnen we nu weer voeling te krijgen met onze Goddelijke grootsheid. Anderzijds blijkt echter hoe diep we ons met die beperkte en te kleine zelfbeelden geïdentificeerd hebben. Deze innerlijke dualiteit zorgt vaak voor verwarring en ontmoediging. Maar: Juist de ontmoediging zal onze gids blijken naar ons ware Thuis… Hoe? Dat lees je hieronder.
Wie ben Ik eigenlijk
Kijk eens diep in een mensenhart. Achter alle angst, kleinheid, overlevingsmechanismen en persoonlijke verhalen vind je een zoeker naar Licht en onvoorwaardelijke liefde.
Licht en onvoorwaardelijke liefde? Dat zijn we zelf! We zijn immers afkomstig uit een Goddelijke Bron! Elk mens is dus, bewust of onbewust, eigenlijk op zoek naar zijn of haar eigen Goddelijke Zelf.
In deel I en deel II van deze serie artikelen over Lemurië heb je al veel kunnen lezen over hoe wij, rechtstreeks vanuit onze Bronverbinding, op aarde zijn gekomen. We kwamen als geestelijke wezens vanaf andere planeten en sterrenstelsels. Iedere ziel was een unieke uitdrukking van het Goddelijke Scheppingsvuur. Elke scheppingsimpuls was een impuls die rechtstreeks uit de Bron voortkwam. In het begin bestond er nog geen ‘ik’, dus ook nog geen ‘ik wil’. We waren Licht, puur en zuiver, en leefden liefdevol in harmonie met de aarde, de kosmos en onze medeschepselen.
Langzamerhand daalden we af, naar lagere frequenties, waardoor Licht ook een klank, een kleur en een vorm kon krijgen. Nu werd onze uniciteit zichtbaar en herkenbaar. Miljoenen jaren zijn we in het Lemurische tijdperk bezig geweest om een prachtig paradijs op aarde te creëren. Alles wat we buiten onszelf konden zien, horen, ruiken en voelen was een glorieuze uitdrukking van Goddelijkheid. Daarin zagen we onszelf en elkaar gespiegeld. Dat was zó groots! We zouden het nu niet eens meer kunnen visualiseren met ons beperkte voorstellingsvermogen. Maar we dragen nog wel de herinneringen daaraan in ons hart.
Fysieke Bronverbinding
Onze verbinding met de Bron was totaal open, via onze kruin. Onze pijnappelklier was ons ‘oog’; daarmee schouwden we recht omhoog in de Goddelijke dimensies. Pas veel later werd het accent verlegd naar onze fysieke ogen. Gaandeweg de lange reis verdichtte ons fysieke lichaam zich meer en meer, en kregen we de zintuigen zoals we die nu kennen.
Onze verticale Bronverbinding werd zwakker. Daardoor begonnen we buiten onszelf te zoeken naar geestelijke voeding en input. De focus werd van ‘naar boven’ naar ‘naar voren’ verlegd. Daarmee verdween bij velen de geestgerichtheid.
Doordat we heel persoonlijk last kregen van het verlies van Goddelijke vermogens, gingen we onze verloren identiteit in de horizontale verbinding met anderen zoeken. We begonnen ‘God’ of ‘Godin’ buiten onszelf te zoeken. Dit gaf uiteindelijk ook een ingang voor de valse Goden.
Reptielen en valse Goden
Tijdens de Atlantische periode zijn we nog verder afgedaald tot in de derde dimensie, om daar verdere ervaringen op te kunnen doen. Doordat de aarde een unieke planeet van vrije wil was, mochten er ook buitenaardse krachten binnendringen die zich tegen de Goddelijke Bron richtten, zoals de Anunnaki. Zij zagen ook wel heil in onze prachtige blauwe planeet waarop alles mogelijk was. Grote zwarte wezens met metersbrede vleugels vlogen het aardse luchtruim binnen.
Reptielachtigen zorgden ervoor dat allerlei rassen zich mengden. Velen kropen in de huid van hogepriesters, om zich zoveel mogelijk onder Lichtwerkers in de tempels te kunnen begeven. Ze droegen een groot ‘schijnlicht’. Geen wonder dat ze voor verlossende Goden werden aangezien door diegenen die hun Bronverbinding zo goed als verloren hadden. Ze hadden een enorm charisma en straalden veel intelligentie en macht uit. Maar het was een gevoelloze, koude en meedogenloze macht. Een macht die er – binnen de dualiteit – op uit was om te ontdekken hoe de Lichtkrachten bij ons werkten en ons ervan te beroven.
Zoekend als we waren, en nog niet bewust van ‘het kwaad’ – want dat kenden we nog niet in die vorm – lieten we ons door hen verleiden. Via mooie maar loze beloftes, met veel aanzien, macht en rijkdom in het vooruitzicht, zijn we akkoord gegaan met duale contracten die ons uiteindelijk vooral naar ontmoediging zouden leiden.
Veel van die ontmoediging komen we vandaag de dag weer tegen. Als het ‘waarom’ ervan doorzien is, en ze alle betrokken partijen dus niet langer meer dienen, kunnen deze oude contracten alsnog opgeheven worden. Liefde kan hier heling brengen en daarmee worden ze ook uit de duale velden gehaald.
Manipulatie van de atlaswervel
We reikten alsmaar meer uit naar alles wat ons weer bij onze Zelf-waardering terug kon brengen. We werden zwakker in onze ruggengraat en zakten nog verder de kleinheid in (de uitdrukking ‘hij heeft geen ruggengraat’ verwijst hiernaar). Zo werd ook onze atlaswervel beïnvloedbaar. Deze belangrijke wervel beschermt veel zenuwbanen, meridianen en bloedbanen. De reptielen wisten zich energetisch toegang te verschaffen in ons systeem. Ze hebben de atlaswervel daarbij iets omhoog gemanipuleerd en verdraaid. Uiteindelijk hebben ze via ons achterhoofd een ingang gevonden naar onze hersenstam.
De nekspieren die de atlaswervel omgeven, zijn hierdoor op spanning gezet. Dit had een directe invloed op onze basisveiligheid en onze Ik-kracht. We werden letterlijk ont-moedigd en uit ons lood geslagen. Hierdoor verzwakte de werking van ons keel-nek-chakra en kregen we een fysieke scheefstand. Dit gaf vervolgens een disbalans in de uitlijning met de hypofyse en epifyse (pijnappelklier).
Dankzij ons toenemende bewustzijn komt ook deze scheefgroei en alles wat er ooit gemanipuleerd is momenteel tevoorschijn. In dit helingsproces kunnen er echter eerst veel hoofd-, nek- en keelklachten optreden. Veel mensen laten daarom bijvoorbeeld een atlascorrectie doen. Dit zorgt tijdelijk wellicht voor fysieke opluchting, maar het diepere, innerlijke opschoningsproces zal er hoe dan ook nog op moeten volgen.
Verzwakking van het kristallijnen grid
Bij meerdere bezoeken aan krachtplaatsen en leylijnen werd duidelijk dat deze verdraaiingen van essentiële toegangspunten ook in het groot hebben plaats gevonden. In de aarde en in haar aura is er o.a. een kristallijnen grid (een raster opgebouwd uit heilige geometrische vormen). Ten tijde van Lemurië en de begintijd van Atlantis heeft dit grid de frequentievelden zuiver en hoog afgestemd kunnen houden. De kristallen waarmee men in de tempels werkte, wisselden er kennis en bewustzijn mee uit. Hierdoor kon de verbinding met de hogere dimensies open blijven. Maar via de vrije wil, die zich in Atlantis gedeeltelijk tegen het Goddelijke gekeerd heeft, kon ook hier manipulatie en misbruik plaats vinden.
Op vele heilige plaatsen en knooppunten van draken- en leylijnen in het grid zijn de Swastika’s verdraaid gebleken. Een Swastika (o.a. bekend bij de Boeddhisten en Kelten) is een oorspronkelijk zonnerad, het symbool van Goddelijk leven. De Nazi’s hebben het bewust een slag verdraaid en het als hakenkruis gebruikt.
Door deze manipulatie van energie verloren veel leylijnen hun kracht. Het grid in de aarde raakte vervuild. De knooppunten, vortexen en portalen raakten verstopt en geblokkeerd, en dit werkte door in onze eigen energetische lichamen en chakra’s.
Om verder misbruik te voorkomen is het kristallijnen Christus-grid, dat een onderdeel is van het grotere grid, een tijd lang verder van de aarde vandaan gehouden. Het Christus-grid draagt de hoogst mogelijke Liefdescoderingen.
De Galactische Raad heeft dit grid sinds augustus 1987 weer toegankelijker gemaakt. Want tijdens een kosmische bijeenkomst waarbij talloze Lichtmeesters en Lichtwerkers betrokken waren, bleek dat de aarde eindelijk weer meer licht dan duisternis droeg. Misbruik van dit grid wordt eenvoudigweg niet langer meer getolereerd.
Het duister in
Onze pijnappelklier (epifyse, die fysiek o.a. invloed heeft op ons zenuwstelsel, onze hormoonhuishouding en de aanmaak van melatonine en serotonine), reageert op het Christusgrid en op de kristallijnen frequenties. Door verzwakking daarvan is de werking van de pijnappelklier ook afgenomen. We raakten we niet alleen ons Goddelijke ‘zicht’ kwijt, maar ook onze hogere vermogens, onze innerlijke kalmte en balans. Vanuit toegenomen kleinheid werden we toegankelijker voor machten buiten onszelf.
Daar waar onze verbinding met het Licht en het weten van onze Goddelijkheid steeds minder werd, kregen we met heel pijnlijke scenario’s te maken. Angsten, aannames, overtuigingen, gevoelens van onderdrukking, misbruik en ontheiliging; allemaal hebben we onze porties wel gehad. Het zijn echter wel de duistere velden en tegenkrachten die enorm dienstbaar zijn gebleken aan onze evolutie in de dualiteit.
De restanten van onze levens in duistere velden dienen zich momenteel versneld aan. Hoe meer we ons met de lichtkrachten gaan verbinden, des te meer restanten zich fysiek melden. Via vermoeidheid, fysieke klachten, emotionele golven en wanhopige gedachten vragen zij om inzicht en heling.
Ontmoediging
Juist in die duisternis zullen we veel van onze eigen hogere vermogens terug vinden! Liefde is het sleutelwoord, maar het is allesbehalve een zoetsappig gebeuren. We zullen uitermate getest worden door de manipulatieve tegenkrachten. De reptiel-achtigen hebben een beleid van ontmoediging gecreëerd dat voor elk mens persoonlijk op maat gesneden is.
Ook al ga je met mooie intenties het spirituele pad op, en wil je jouw steentje bij gaan dragen aan de heling van de mensheid, dan nog zul je dit ontmoedigingsbeleid aan den lijve ondervinden.
Elke reptielenbeïnvloeding is terug te vinden in onze ‘negatieve’ gedachten, gevoelens en handelingen. Ze tonen zich in de ego-delen die alles bij het oude willen houden, hardnekkig het stuur in handen willen blijven houden, liefde blijven afweren, zelfvernietigende patronen blijven herhalen, hooggevoeligheid blijven kleineren, frustraties op anderen blijven projecteren en waarheden verdraaien of ontkennen. Deze reptielendelen voeden zich met lagere emoties, angst en stress. We dienen deze echt bewust te krijgen als we uit de dualiteit willen komen.
Spirituele schone schijn
Waar dit innerlijke werk niet gebeurt, zie je hoe er vaak een te groot of een te klein ego aanwezig blijft. Juist in de spirituele wereld is er veel schijnlicht aanwezig. Lemurië is gedeeltelijk ten val gekomen doordat we dit schijnlicht aanzagen voor zuiver Goddelijk licht. Waaraan kun je dit licht herkennen? Aan de dubbele boodschap en onzuiverheid die erin zit.
Het licht doet zich vaak voor als ‘redder’ en benadrukt de kleinheid van de ander. Ondertussen bedekt het de persoonlijke schaduwdelen van de drager. De uiterlijkheden dragen dan wel kenmerken van ‘liefde en licht’, maar onder het schone schijn-sausje van ‘alles is prachtig’ voel je disharmonie en een hang naar macht. Vaak ontbreekt er dan warmte, eerlijkheid, kwetsbaarheid, gelijkwaardigheid en een menselijke toegankelijkheid.
Wij zijn allemaal dragers van licht en wijsheid; een unieke uitdrukking van de Goddelijke Vlam. Ook dragen we allemaal de sporen van ontwaardigd en verloren geraakt zijn. Voor het eerst in de geschiedenis is onze collectieve frequentie dusdanig gestegen dat we vanuit eigen keuze, en op eigen kracht, het helings- en ascentieproces kunnen gaan voltooien. Daarbij zijn onze zuiverheid en onwankelbare toewijding hard nodig.
Broze eigenwaarde
Je zult vele kansen krijgen om weer ruggengraat op te bouwen. Alles wat in Atlantis vanuit dualiteit duisternis heeft aangetrokken komt tevoorschijn. Deze duisternis toont zich in situaties die we als eng, oneerlijk of onoplosbaar ervaren. Wie kent het niet: zó je best doen om in je kracht en licht te zijn, zó met de intentie van Liefde ergens in te stappen… Maar steeds opnieuw gebeurt er iets ‘buiten je macht om’, waardoor het wéér ‘mis’ lijkt te gaan.
Juist omdat we al zo veel meer bewustzijn hebben kunnen we het nu aan om het duister tegemoet te gaan. Daar komen we de tegenkrachten tegen. Vrouwen ervaren dit voornamelijk heel fysiek. Hierdoor kunnen ze gemakkelijk opnieuw wegglijden in oude emotielagen en pijnvelden. Gedachten als ‘ik kan het niet aan’ of ‘klopt het wel wat ik voel’ blokkeren de ontvangst van het eigen zielenlicht. Daardoor trekken ze lagere velden aan die vervolgens geheeld kunnen worden.
Veel mannen blijven bij tegenkrachten vaak naar oplossingen zoeken, of gaan juist extra ‘hun mannetje staan’. Onderuit gaan betekent gezichtsverlies of zwakheid. Bovendien levert het niets op, zegt hun systeem, dat er inmiddels op ingesteld is om altijd dóór te moeten gaan met krachtig blijven werken, handelen en manifesteren. Uiteindelijk heeft dit vaak een innerlijke (fysieke) confrontatie tot gevolg, die voor een doorbraak kan zorgen.
Diep in de duisternis, achter alle maskers en aangeleerde overlevingsidentiteiten zit eenzelfde soort gevoel van gefaald te hebben, het geluk of de liefde niet waard te zijn. ‘Wie ben ik nou eigenlijk?’ Onze zorgvuldig opgebouwde, teruggewonnen eigenwaarde is nog heel broos, en daar kan zo weer opnieuw een zwaard in worden gezet.
Evolutie in licht en duisternis
De reptielachtigen waren aan de duisternis geketende wezens, die vaak leeghoofdigen en lager ontwikkelden inzetten. Zij handelden als machines, werden als robotten aangestuurd door grote gevoelloze heersers. Deze kenden geen liefde, alleen maar macht en wellust. Ze voedden zich met onze lagere emoties zoals woede en angst.
Dankzij ons innerlijke werk en de enorme stijging van ons collectieve bewustzijn konden we gaan begrijpen wat hun functie was binnen het grote scheppingsplan. Hierdoor konden wij de slachtoffer- en daderverhalen uit de dualiteit halen, en zien hoe zij een onderdeel van onze bewustwording zijn geweest.
Dankzij onze liefde konden ook de wezens van de duisternis door-evolueren. Inmiddels hebben hoge, kosmische krachten miljarden dolende zielen en donkere entiteiten los gemaakt van deze (helle-) sferen. Niemand die hier ooit nog naar kan terugkeren. Sferen vol Liefde en mededogen zijn er voor in de plaats gekomen.
Hoewel onze angst- en schrikbeelden, die we tegenkomen bij innerlijke opschoning, nog levensecht lijken, blijkt de vernietigende energie er al lang uit teruggetrokken te zijn. Wat over is gebleven zijn illusies en lege hulzen en vormen, die ons gediend hebben om angst, onderdrukking en vernietigende krachten te leren kennen.
Ontwaken
Genoeg is genoeg! Na talloze levens vol achtervolging, dreiging, moeten vluchten, kleinering, misbruik, marteling, verloren zelfvertrouwen, ziektes en ontelbare momenten van sterven, komt er in elk ascentieproces een doorbraak. Vaak is dit een definitief moment van echt willen ontwaken. Dan zijn we er rijp voor om onszelf met ons eigen Christuslicht te bevrijden uit alle oude duale programmeringen en driedimensionale velden. Vanaf dat moment zijn we niet meer om de tuin te leiden en zullen we steeds sneller doorzien welk oud ontmoedigingsbeleid ons nog aan lagere velden gekluisterd houdt.
Het is een proces dat zich spiraalsgewijs voltrekt. Denk niet dat je weer ‘bij af’ bent als je opnieuw in het duister terecht komt! Laag voor laag dalen we af, om in het donker te ontdekken dat het Licht nog steeds aanwezig is. Het Licht is sterker dan alle illusies van angst en kleinheid bij elkaar!
Wees je maar bewust van jouw diepe zielenkeuze om in deze grandioze tijd op aarde te willen zijn en bij te willen dragen aan het collectieve ontwaken.
DANK aan ieders liefdevolle, unieke en onmisbare bijdrage aan ons aller ascentie en de terugkeer naar onze Goddelijkheid. ♥